Hoe is het voor jou?
Die ziekte van je vader of moeder is niet makkelijk voor jou en je familie. Het roept allerlei emoties op, ook bij jou. Hoe ga je daarmee om?
Allemaal emoties en gevoelens
Wat je denkt en voelt is van jou, en is oké. Alle anderen, ook je broers en zussen, denken en voelen andere dingen. Dat is helemaal normaal.
Je ziet je vader of moeder veranderen. Je weet niet precies wat er gebeurt in dat hoofd, en dat kan je verwarren. Je kunt bang zijn of verdrietig. Je kunt je ook boos of gefrustreerd voelen omdat je niet begrijpt waarom je ouder zich anders gedraagt. Het kan ook zijn dat je niets voelt of niet weet wat je voelt.
Misschien herken je de gevoelens niet, maar heb je wel veel buikpijn. Je kunt het koud hebben of ineens gaan nagelbijten. Je kunt je terugtrekken op je kamer en de hele dag gamen. Het klinkt raar, maar ook dat kunnen emoties zijn.
Wat er ook met jou gebeurt, alles mag er zijn. Je hoeft je nergens voor te schamen of je schuldig te voelen.
Het is belangrijk om een paar dingen te onthouden:
De ziekte heeft niets te maken met hoeveel je vader of moeder van jou houdt.
Het is niet jouw schuld dat je vader of moeder ziek is.
Emoties zijn belangrijk, verstop ze niet.
Jij hoeft de problemen niet op te lossen.
Je mag zijn wie je bent, en voelen wat je voelt.
Omgaan met je emoties en gevoelens
Verlies en verdriet
Onzekerheid en angst
Frustratie en boosheid
Schaamte en schuldgevoel
Herken je ze? Dit zijn emoties en gevoelens die veel voorkomen als je vader of moeder een ziekte als dementie heeft. Je bent namelijk machteloos als het om deze ziekte gaat. Je kunt er niets aan doen, en je kunt er niets tégen doen. Heel frustrerend. Maar hierdoor is het ook heel begrijpelijk dat je soms onzeker, bang en verdrietig bent.
Verlies en verdriet
Je vader of moeder verandert. Alles wat normaal was, is niet meer normaal. Dat is verlies. Je verliest de ouder die je had. En bij verlies hoort verdriet. Daarmee omgaan heet rouwen. Door te rouwen kun je langzaam maar zeker leven met het verdriet.
Rouwen is een werkwoord. Het gaat niet vanzelf.
Rouwen gaat vaak makkelijker als je het deelt met iemand die je vertrouwt. Dat kan je gezonde ouder zijn, of een broer of zus. Het mag ook een coach of psycholoog zijn die gespecialiseerd is in rouw.
Onzekerheid en angst
Je weet niet wat er gaat gebeuren. Gaat jouw leven nu heel erg veranderen? Wat zeker is, is dat de rollen in jullie gezin veranderen door de dementie. Dat kan je bezorgd, onzeker en angstig maken over wat er nu van je wordt verwacht. Moet je nu ineens heel volwassen en braaf zijn? Nee, dat hoeft niet.
Je kunt open en eerlijk praten met je gezonde ouder of iemand anders die je vertrouwt. Het kan ook helpen om je te concentreren op de dingen waar je nog wel controle over hebt. Denk bijvoorbeeld aan schoolwerk, hobby's of lachen met vrienden.
Lachen en plezier maken met vrienden klinkt makkelijker dan het is. Je bezorgdheid kan je flink in de weg zitten. Gaat het wel goed thuis als jij de hort op bent? Daar kun je je schuldig om voelen en denken dat het beter is als je thuis blijft.
Natuurlijk is het fijn als je af en toe een handje helpt. Je gezonde ouder hoeft het niet helemaal alleen te doen. Maar onthoud dat jij de problemen niet op hoeft te lossen.
Familie, vrienden en professionals kunnen jullie thuis helpen. Het wel fijn als je die hulp in huis accepteert.
Frustratie en boosheid
Waarom moet dit jullie overkomen? En moet je nu alles maar goed vinden omdat jouw vader of moeder er niks aan kan doen?
Het is logisch dat je gefrustreerd en boos bent. Je vader of moeder kan er inderdaad niks aan doen. Maar jij ook niet. En dus mag je boos zijn. Je mag boos zijn op je ouder, op de ziekte en de hele situatie thuis. Hoe je die boosheid laat zien, is een ander verhaal. Flink sporten, muziek maken of creatief bezig zijn, zijn positieve manieren. De stofjes (endorfine) die daarbij vrijkomen zijn de allerbeste anti-stresshormonen.
Schaamte en schuldgevoel
Misschien herkent je vader of moeder jou niet meer. Maar misschien herken jij je zieke vader of moeder ook niet meer. Het gedrag kan zó anders zijn. Daar kun je je voor schamen tegenover je vrienden. Of je denkt misschien dat het jouw schuld is dat je vader of moeder zo boos doet. Heel logisch dat je dit soort gedachten hebt. Die hoef je niet te verstoppen. Je kunt er wel anders mee omgaan. Als jij bijvoorbeeld aan je vrienden uitlegt wat er aan de hand is, begrijpen ze jouw situatie vast iets beter. Jij hoeft je dan minder ongemakkelijk te voelen. Voor je vrienden is het dan makkelijker om met de situatie bij jou thuis om te gaan.
Je hoeft het niet alleen te doen. Iemand die je vertrouwt, een leraar of een hulpverlener kan je helpen met al die emoties, gevoelens en gedachten.
Ouders, verzorgers en leerkrachten kunnen deze switch gebruiken om de volwassenmodus aan te zetten. Hierdoor kun je aanvullende informatie lezen.